Na 15 jaar voor systemen die niet permanent onder water staan en na 25 jaar voor systemen die wel permanent onder water staan, moeten er welbepaalde tests worden uitgevoerd om de duurzaamheid van de installaties te controleren. Deze tests omvatten onder andere endoscopieën om de staat van de binnenkant van de leidingen te controleren en te bepalen of corrosie of de aanwezigheid van storende deeltjes geen probleem zal veroorzaken voor de waterdistributie door het leidingstelsel. Door middel van endoscopie kunnen ook nog andere vaststellingen worden gedaan, zoals het vaststellen van MIC (Microbiologically Influenced Corrosion of microbiologisch geïnduceerde corrosie). Daarnaast worden er ook diktemetingen op het leidingstelsel uitgevoerd op diverse plaatsen op de leidingen (bovenaan, aan de zijkant en onderaan) alsook op diverse plaatsen van de installatie, naargelang de grootte ervan. De bedoeling is te controleren op welke manier de leidingen verouderen en vast te stellen in welke mate de leidingwanden hierdoor dunner kunnen worden. Dankzij deze metingen kunnen onzichtbare parameters worden geverifieerd zonder dat hiervoor specifieke tests nodig zijn. Zij kunnen eventuele installatiecomponenten detecteren die aan vervanging toe zijn of die binnen een kortere tijd opnieuw aan een controle moeten worden onderworpen.