EN 54-13: laten we enkele misverstanden verhelderen
De norm NBN S 21-100-1 vereist het bewijs van compatibiliteit van alle componenten die worden gebruikt in een automatisch brandmeldsysteem. De eenvoudigste manier om aan te tonen dat een systeem aan deze norm voldoet, is het beschikken over een EN 54-13 compatibiliteitscertificaat.
De essentiële componenten die vereist zijn door de norm NBN S 21-100-1(*1) moeten van type I volgens de norm EN 54-13 (*2) zijn. Een component van het type I op het certificaat, is een component waarvan de functionaliteiten binnen het systeem zijn gecontroleerd tijdens de certificatie van het systeem. Deze component moet voldoen aan de eisen van de desbetreffende productnorm (EN 54-* reeks)(*3).
Dit betreft voornamelijk eisen inzake omgevingsvariabelen, zoals weerstand tegen vocht, hitte, zoutnevel, trillingen, schokken, elektromagnetische compatibiliteit (EMC), maar ook prestatiegerichte testen (rookkamer, thermische tunnel, ...) en functionele testen.
Type I componenten die niet gedekt zijn door een productnorm moeten voldoen aan de eisen van de normen EN 50130-4 en EN 50130-5. ANPI voert deze testen onder accreditatie uit volgens specifieke testnormen in haar laboratorium.
Optionele componenten worden geclassificeerd als type II apparatuur volgens EN 54-13. Componenten die als type II geclassificeerd zijn op het certificaat, zijn componenten waarvan de functionaliteiten binnen het systeem NIET zijn gecontroleerd tijdens de certificatie van het systeem. Voor deze componenten wordt alleen gecontroleerd dat hun aansluitbaarheid compatibel is en dat ze het correcte functioneren van de type I componenten in het systeem niet belemmeren. Dit kan betekenen dat deze componenten mogelijk niet correct functioneren voor het beoogde gebruik (bijvoorbeeld een printer die alleen Chinese tekens afdrukt), maar men is tenminste zeker dat ze op geen enkele manier storingen in het brandmeldsysteem kunnen veroorzaken. Let op: onder deze type II componenten vallen ook de GTB (gecentraliseerd technisch beheer), GBS (gebouwbeheersysteem), en BMS (Building Management System), die geen specifieke norm , geen laboratoriumtestvereisten hebben, geen prestatieregels hoeven te respecteren en niet door een onafhankelijk laboratorium worden gecontroleerd. Wanneer er in de installatienorm NBN S 21-100-1 of in een officieel document (Bijlage 6 van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan gebouwen moeten voldoen, algemeen bekend als "Basisnormen") wordt geëist dat er een alarmmelding is in een "centrale controle- en bedieningspost", dan is een GTB, GBS, BMS, … alleen niet voldoende, maar is een EN 54-2 gecertificeerde CIE of een herhaalbord van het type I (gecontroleerd volgens de relevante punten van de EN54-2) vereist.
Een andere verduidelijking die moet worden gemaakt, is de mogelijkheid om binnen dezelfde installatie componenten te gebruiken die deel uitmaken van verschillende certificaten, maar die betrekking hebben op dezelfde CIE voor bekabelde systemen of draadloos communicatiesysteem (gateway) voor draadloze systemen. Aangezien de norm EN 54-13 betrekking heeft op de verbindingen tussen de centrale en zijn componenten is er geen reden om, zolang aan alle eisen (stroomsterkte, communicatieprotocollen, ...) wordt voldaan, deze benadering niet toe te staan.
Daarnaast is het belangrijk te weten dat er een fundamenteel verschil is tussen de EN 54-13 van 2005 en de EN 54-13 van 2017, namelijk de eis om rekening te houden met een gedeeltelijke fout. De EN 54-13:2005 certificaten verlopen op 23/10/2024 en het gebruik van de EN 54-13:2017 vereist dat ook de eisen worden gerespecteerd van de Technische Nota ANPI NTN 179-L:2021, die de tekortkomingen van de EN 54-13:2017 aanpakt, die in de toekomst zullen worden geïmplementeerd in de nieuwe versie van de norm EN 54-2. Echter, de blokkade betreffende de pass/fail criteria van bijlage ZA is nog steeds niet opgelost en belemmert de uitgifte van verschillende Europese normen waaronder ook de EN 54-2.
Let daarom goed op certificaten vanuit het buitenland die mogelijk een lager niveau inzake eisen hebben in vergelijking met deze van het BOSEC-kwaliteitsmerk.
Ten slotte, met betrekking tot de inspecties op het terrein, is het niet altijd duidelijk welke eisen van toepassing zijn van de norm EN 54-13, die voor het eerst werd geïmplementeerd in addendum 3 van 2008 in de norm NBN S 21-100:1986. Ook voor de automatische branddetectie die gebruikt wordt in een automatisch blussysteem, of bij de vervanging van componenten die niet meer beschikbaar zijn bij de fabrikant, kunnen de antwoorden op al deze vragen worden gevonden in de Technische Nota ANPI NTN 164-I, die momenteel wordt herzien en waarvan een nieuwe versie vanaf september 2024 beschikbaar zal zijn.
[*1] NBN S 21-100-1:2021 - Branddetectie- en brandmeldsystemen - Deel 1: Regels voor de risicoanalyse en de evaluatie van de behoeftes, de studie en het ontwerp, de plaatsing, de indienststelling, de controle, het gebruik, het nazicht en het onderhoud
[*2] NBN EN 54-13:2017 - Branddetectie- en brandalarmsystemen - Deel 13: Beoordeling van compatibiliteit en aansluitbaarheid van systeemcomponenten
[*3] Zie voor meer informatie ons artikel in Fire & Security Alert Magazine nr. 32, september 2023, pp. 52-53
Foto : Destina / Adobe Stock