Contacteer ons!
Gepubliceerd op 12 mrt 2021

Laat u uw auto meer dan een week staan zonder de motor te laten draaien?  Neen

Beschikt u over een sprinkler systeem? Zoals voor uw wagen, vergeet niet de goede werking van de essentiële onderdelen te controleren volgens de in de normen voorziene onderhoudsprogramma's.

Bijvoorbeeld - NBN EN12845(2020) vereist een wekelijks testprogramma zoals hieronder weergegeven:

20.2.2 Wekelijkse procedure
20.2.2.1 Algemeen
Elk onderdeel van de wekelijkse procedure moet in ieder geval elke zeven dagen worden uitgevoerd.
20.2.2.2 Controles
Het volgende moet worden gecontroleerd en geregistreerd:
a) de waarden van alle water en lucht manometers op de sprinklersecties, hoofdleidingen en druktanks;
     Opmerking:  De druk in het leidingnet van droge, afwisselende en ‘pre-action’-secties behoort niet meer dan 1,0 bar per week af te nemen.
b) alle waterniveaus in hooggelegen bassins, rivieren, kanalen, meren en beperkte watervoorraden (inclusief vultanks en druktanks);
c) de juiste stand van alle hoofdafsluiters.
20.2.2.3 Beproeving alarmbel
Elke alarmbel moet ten minste gedurende 30 s rinkelen.
20.2.2.4 Beproeving automatisch starten van de pomp
Het beproeven van de automatische pompen moet het volgende omvatten:
a) brandstofniveau en oliepeil van dieselmotoren moeten worden gecontroleerd;
b) de waterdruk in de startinrichting moet worden verminderd, waardoor een automatische start wordt nagebootst;
c) wanneer de pomp start, moet de startdruk worden gecontroleerd en geregistreerd;
d) de oliedruk van dieselmotoren, alsmede de stroming van koelwater in open koelsystemen moet worden gecontroleerd.
20.2.2.5 Beproeving herstart dieselmotor
Onmiddellijk na de beproeving van de automatische start zoals omschreven in 20.2.2.4, moeten dieselmotoren als volgt worden beproefd:
a) De motor moet 20 min draaien of gedurende de tijdsduur aanbevolen door de fabrikant. De motor moet hierna worden gestopt en onmiddellijk worden herstart via de handstartbeproevingsknop.
b) Het waterniveau van het primaire, gesloten koelsysteem moet worden gecontroleerd.
Oliedruk (indien manometers zijn aangebracht), motortemperatuur en stroming van koelvloeistof moeten gedurende de beproeving worden gecontroleerd. Olieleidingen moeten worden geïnspecteerd en er moet een algemene controle op lekkage van brandstof, koelvloeistof of verbrandingsgassen worden uitgevoerd.
20.2.2.6 Leidingverwarming en lokale verwarmingssystemen
Verwarmingssystemen om bevriezingen in de sprinklerinstallatie te voorkomen moeten op hun goede werking worden gecontroleerd.

Kwaliteitsmerken