Nieuwe reometer bij ANPI
ANPI is gespecialiseerd in brandpreventie. Nieuwe blustechnologieën maken steeds vaker gebruik van blusschuimen in plaats van alleen water. Dit leidt tot nieuwe verificatietests om hun prestaties te garanderen.
Het is de bedoeling dat deze knowhow wordt gedeeld met bredere toepassingen zoals motorsmeermiddelen, huishoudelijke vloeistoffen, verf, voedingsmiddelen, enz.
1. Reometer
Ons ANPI-laboratorium heeft in 2022 een reometer van Anton Paar (MCR 72) aangeschaft voor zijn platform voor de karakterisering van de fysisch-chemische eigenschappen van materialen.
Met dit instrument kunnen we viscositeitsmetingen uitvoeren van 10 mPa.s tot 50.000 mPa.s en van -35°C tot 150°C.
Wij kunnen metingen uitvoeren op vloeistoffen en emulgatoren (schuim) voor kwaliteitscontrole of O&O doeleinden zoals oliën, vloeibare zepen, verven, brandblusmiddelen, enz.
2. Viscositeitsmeting met een reometer
2.1 Eigenschappen
Viscositeit is een van de belangrijkste eigenschappen van een vloeistof, en is een belangrijke factor bij het bepalen van het stromingsgedrag van een vloeistof, emulgator (schuim) of gas.
Viscositeit is een maat voor de stromingsweerstand van een vloeistof en kan worden uitgedrukt als dynamische viscositeit of kinematische viscositeit.
De studie van viscositeit kan ons helpen te begrijpen hoe vloeistoffen zich gedragen onder verschillende omstandigheden, zoals temperatuur, druk, afschuifsnelheid en concentratie. Deze kennis kan worden gebruikt om betere producten en processen te ontwerpen voor diverse industrieën, zoals motoroliën of blusschuim.
2.2 Newtonse viscositeit / Pseudoplastische viscositeit
Viscositeit is een van de belangrijkste fysisch-chemische parameters waarmee rekening moet worden gehouden bij de bestudering van het gedrag van vloeistoffen (b.v. motorsmeermiddelen, blusschuim/emulgator, enz.).
In alle gevallen varieert de viscositeit met de temperatuur. De viscositeit neemt af naarmate de temperatuur stijgt, en omgekeerd.
Viscositeit kan ook een functie zijn van vloeistofsnelheid en afschuiving:
- Newtoniaanse viscositeit (soms lage viscositeit genoemd)
- Pseudoplastische (niet-newtoniaanse) viscositeit - soms hoge viscositeit genoemd.
De newtonse viscositeit blijft constant, ongeacht de afschuifsnelheid (fig. 1).
Figuur 1: Newtonse viscositeit versus temperatuur (°C)
De pseudoplastische viscositeit neemt af naarmate de afschuifsnelheid toeneemt (fig. 2).
Figuur 2: Pseudoplastische viscositeit als functie van de temperatuur (°C)
Waarom en wanneer viscositeit meten?
De viscositeit moet in verschillende stadia van de levensduur van een vloeistof of een emulgator worden bepaald:
- In de projectfase, omdat hierdoor de keuze van het type vloeistof of schuim dat zal worden gebruikt kan worden georiënteerd, enerzijds in functie van de toepassing (d.w.z. het type brandgevaar in het geval van schuimblusmiddelen) en anderzijds rekening houdend met de compatibiliteit ervan met de apparatuur die deze vloeistof gebruikt (d.w.z. een doseerapparaat/menger die de expansie van een schuim mogelijk maakt).
- In de operationele fase, omdat het monitoren van het gedrag van de vloeistof of het schuim in de loop der tijd, met name wat betreft de bedrijfs- en opslagomstandigheden, het mogelijk maakt eventuele afwijkingen te onderkennen en snel te verhelpen. Een vloeistof of emulgator die te viskeus wordt, zal moeilijker door het systeem kunnen bewegen. Omgekeerd zal een vloeistof met een te lage viscositeit zich gemakkelijker verplaatsen. Het risico van incompatibiliteit met de apparatuur is dus groot en kan de optimale werking ervan belemmeren.
Normen en accreditaties
Ons ANPI-laboratorium is geaccrediteerd EN ISO/IEC 17025 door BELAC (certificaatnummer 003-TEST) voor het uitvoeren van viscositeitstesten voor ISO 3219 en NBN EN 1568-1/2/3/4. Uiteraard kunnen viscositeitsmetingen buiten het accreditatiekader altijd worden uitgevoerd volgens de gewenste normen.
Meer informatie over onze tests: laboratoires@anpi.be
Een prijsofferte ontvangen : sales@anpi.be